Oorzaken gegeneraliseerde angststoornis

Over oorzaken van de gegeneraliseerde angststoornis valt nog weinig te zeggen. Mensen kunnen wel extra risico’s lopen. Deze hebben te maken met geslacht en leeftijd, individuele kwetsbaarheid, de omgeving en levensgebeurtenissen.

Geslacht en leeftijd

  • Vrouwen hebben twee keer zo vaak te kampen met een gegeneraliseerde angststoornis als mannen. Bij mannen ontstaat de stoornis vooral tussen 45 en 54 jaar. Voor vrouwen is dit niet aan te geven.
  • Deze angststoornis komt minder vaak voor bij kinderen en jongvolwassenen en vaker bij ouderen.
  • 7% van de ouderen tussen 55 en 85 jaar heeft een gegeneraliseerde angststoornis. Tussen 65 en 75 jaar is dat ruim 11%.

Individuele kwetsbaarheid

Uit onderzoek onder tweelingen blijkt dat een gegeneraliseerde angststoornis voor een deel erfelijk is. Dezelfde erfelijke aanleg zorgt ook voor depressie. Omstandigheden maken uit of iemand een depressie of een gegeneraliseerde angststoornis krijgt.
Bepaalde stoffen in de hersenen spelen waarschijnlijk een rol bij het ontstaan van een gegeneraliseerde angststoornis.
Mensen die zich langer dan een maand zorgen maken, krijgen sneller een gegeneraliseerde angststoornis.

Omgeving

Mensen met een lage sociaal-economische status (laag inkomen, lage opleiding,) krijgen eerder een gegeneraliseerde angststoornis. In steden komt de gegeneraliseerde angststoornis vaker voor dan op het platteland.

Levensgebeurtenissen

Een stressvolle gebeurtenis kan zorgen voor een gegeneraliseerde angststoornis. Vooral bij mensen die er kwetsbaar voor zijn. Het kan zijn dat die mensen een gebeurtenis eerder als stressvol ervaren dan andere mensen.

Printversie van deze paginaPrint