Verplichte zorg
Soms leidt een psychiatrische aandoening bij iemand ertoe dat hij of zij een gevaar voor zichzelf of voor anderen is. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) maakt het mogelijk om verplichte zorg poliklinisch of bij iemand thuis te geven. Denk aan het toedienen van verplichte medicatie of het uitoefenen van toezicht op betrokkene.
Een van de uitgangspunten van de wet is dat de rechtspositie van de cliënt wordt versterkt. Zo kan de cliënt makkelijker contact blijven houden met familie en vrienden en blijven deelnemen aan de samenleving. Ook geeft de wet cliënten en hun familie inspraak. Zij beslissen mee hoe de zorg en ondersteuning eruit gaan zien. Samen met de gemeente wordt gekeken naar wat iemand nodig heeft om deel te (blijven) nemen aan het maatschappelijk leven zoals wonen, leren en werken.
De Wvggz zet in op het terugdringen van dwang en drang en zorg op maat: steeds wordt gekeken naar welke aanpak het beste past bij iemand en verplichte zorg zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk. Alleen als het in de eigen omgeving echt niet kan, als het er niet veilig genoeg is voor de persoon zelf en zijn omgeving of als de persoon zelf niet wil, kan opname in een kliniek een betere oplossing zijn.
De wet kent twee procedures: de zorgmachtiging en de crisismaatregel.
Lees meer in onze folders onder het kopje ‘rechten en plichten’ en ‘wet verplichte ggz’. Ook is er meer informatie te vinden op de website Dwang in de zorg van de Rijksoverheid.
Print