Verschijnselen paniekaanval en paniekstoornis
Een paniekaanval heeft iemand minstens vier van de volgende verschijnselen:
- hartkloppingen
- zweten
- opvliegers of koude rillingen
- trillen of beven
- duizeligheid
- ademnood
- pijn op de borst
- misselijkheid of buikklachten
- gevoel van onwerkelijkheid of los van zich zelf te staan
- angst om gek te worden of de zelfbeheersing te verliezen
- de angst om dood te gaan
- verdoofde of tintelende gevoelens
Bij een paniekstoornis zijn er meerdere paniekaanvallen zonder duidelijke reden. Minstens een maand na een paniekaanval heeft iemand vaak last van het volgende:
- steeds maar ongerust zijn over het krijgen van een volgende aanval
- bezorgd zijn over de gevolgen van een aanval
- zich anders gaan gedragen, bijvoorbeeld het vermijden van bepaalde plaatsen en situaties