Honderd jaar geleden werd het woord schizofrenie voor de eerste keer gebruikt. Sindsdien is altijd de vraag teruggekomen of schizofrenie nu eigenlijk een echte ziekte is. De discussie wordt ook in onze tijd gevoerd, de laatste jaren zelfs weer in heviger mate.
Er zijn mensen die zeggen dat schizofrenie een echte ziekte is, die zich meestal uit door wanen en hallucinaties en altijd gepaard gaat met een achteruitgang in functioneren. Ze hopen dat op een dag ‘de oorzaak’ van schizofrenie gevonden wordt en mogelijk ook een middel waardoor patiënten weer echt beter kunnen worden.
Andere mensen geloven niet in het bestaan van duidelijk te onderscheiden ziektebeelden, zoals schizofrenie, schizoaffectieve stoornis en de biploaire stoornis. Ze gaan ervan uit dat veel mensen een zekere kwetsbaarheid hebben om stemmen te horen, manisch te worden of met hun denken in een chaos terecht te komen.
Jim van Os, hoogleraar psychiatrische epidemiologie, stelt voor de oude diagnoses af te schaffen en in plaats daarvan te spreken over salience syndroom. Salience wil zeggen iets wat opvalt of in het oog springt. Wanen en hallucinaties kunnen opvallend aanwezig zijn. Of het valt op dat eens mens zijn leven verzandt in chaos. Of het is typerend voor een persoon dat hij of zij door een uitbundige stemming uit de bocht vliegt.
Het laatste woord over het nut van diagnoses is nog niet gezegd. In ons zorgprogramma gaan we ervan uit dat een diagnose op de eerste plaats verwijst naar een kwetsbaarheid. Sommige mensen zijn meer kwetsbaar dan anderen om door een verstoorde stemming of een ontregelt denkpatroon in een psychose terecht te komen.
Print